Fiat Heritage

In het eerste decennium van de 20ste eeuw raakte de wereld bevangen door de racekoorts. Ook Fiat besloot te gaan racen en kwam met de S61 Corsa, een rode tweezitter met een voor die tijd monsterlijk sterke motor.

Bij zijn introductie in 1936 was de eerste Fiat 500 de kleinste in massa geproduceerde auto ooit. Vanwege zijn bescheiden afmetingen, ronde vormen, spitse neus en op muizenoortjes gelijkende koplampen kreeg hij in de volksmond al snel de bijnaam 'Topolino', de Italiaanse naam voor Mickey Mouse.

De iconische 500 werd in 1957 door Fiat geïntroduceerd als 'Nuova 500', waarbij de toevoeging 'nuova' (nieuw) refereerde aan het feit dat hij de opvolger was van de 500 'Topolino' uit 1936. De techniek was grotendeels overgenomen van de succesvolle 600, maar zijn zelfdragende carrosserie en achterin geplaatste luchtgekoelde tweecilindermotor waren nieuw ontwikkeld.

Met meer 7,5 miljoen gebouwde exemplaren sinds zijn introductie in 1980, wordt de Panda samen met de 500 gezien als dé typisch Italiaanse stadsauto. Functioneel, praktisch en betaalbaar, was en is hij de ideale instapper voor jongeren of (tweede) auto voor jonge gezinnen.

De Fiat Dino kwam voort uit een samenwerkingsproject tussen Ferrari en Fiat. De auto oogt als een tamelijk conventionele sport-coupé, maar onder motorkap ligt een 160 pk sterke V6-motor die in Maranello was ontworpen voor de Formule 2.

De 127 speelde een sleutelrol in de modernisering van Fiats modellenprogramma begin jaren 1970: naast zijn vlotte prestaties en zuinige motoren, onderscheidde hij zich vooral door zijn strakke lijnen en ruime, lichte interieur met tal van handige oplossingen die tegenwoordig in elke auto zijn te vinden.